Daar ben ik weer, tijd voor een nieuwe blog. Vaak wil ik wel schrijven, maar weet ik niet waarover. Ik heb het vaak gevoel alsof ik alles al heb verteld. Maar nu heb ik wat nieuws te vertellen: Soms haat ik mijn fiets.
Soms haat ik mijn fiets???
“Huh? Maar Rosita, jij was toch zo blij met je fiets?” Hoor ik je nu denken. Ja klopt, ik ben er nog steeds heel erg blij mee. Mijn fiets is een elektrische driewielfiets van Van Raam, het model Midi. Gekregen in bruikleen via de WMO vanwege mijn CP. Ik noem hem vaak gewoon ‘mijn fiets’ en ik heb er al vaker over geschreven. Maar goed, hij is onmisbaar en het geeft me de mogelijkheid om mij buitenshuis te verplaatsen, zonder afhankelijk te zijn van anderen. Maar toch vind ik een aantal dingen niet zo fijn aan het gebruik van mijn driewielfiets, en dat ligt over het algemeen niet aan de fiets zelf.
Dingen die ik eigenlijk niet zo prettig aan mijn fiets.
1. Met stip op de eerste plaats: Het afdekken van mijn driewielfiets met een fietshoes.
Omdat hij (bijna) altijd buiten staat, dek ik mijn fiets af met een hoes. Dit is gewoon een universele hoes voor in dit geval 2 fietsen. De hoezen voor 1 fiets zijn vaak te klein. Het afdekken, vind ik erg vermoeiend, omdat ik gebukt moet staan om het riempje onder de fiets vast te maken, helemaal als het waait of regent.
2. De accu is vrij groot en zwaar.
De accu bewaar ik binnen om deze te beschermen tegen kou, vocht en hitte, ook laad ik de accu binnen op, dat betekent dat ik zelf de accu steeds van mijn fiets af moet halen en er weer op moet zetten. Op zich is dat niet heel moeilijk, maar het lastige is de grootte en het gewicht in combinatie met mijn beperking.
3. Waar zet ik mijn fiets neer thuis?
Mijn huis uit de jaren ’60/70 is niet gebouwd om bewoond te worden door iemand met een handicap. We hebben daarom een aantal aanpassingen gedaan, waardoor ik hier toch kan wonen. Maar voor mijn fiets is er geen plek. De toegang naar de achtertuin is te smal, ik kan de draai in de brandgang achter ons huis niet maken. Dus ik kan mijn driewielfiets zelf niet in de schuur kwijt. Met storm, hevige sneeuw, vakantie en de jaarwisseling, zet ik samen met mijn vriend de fiets in de schuur of tuin.
Sinds een half jaar hebben we de voortuin betegeld, dit is voor ons makkelijker vanwege het onderhoud, maar ook kan ik hier nu mijn driewielfiets kwijt. Eerder stond hij gewoon op de stoep voor de voortuin, wat eigenlijk niet handig is, vooral niet voor mensen in een rolstoel of met een rollator oid. Maar anders kon ik mijn fiets nergens kwijt, zonder steeds iemand om hulp te moeten vragen. Ik heb overigens wel klachten gehoord over dat mijn fiets daar stond. Maar gelukkig kan ik ‘m nu in de voortuin kwijt.
4. Waar stal ik hem, als ik niet thuis ben?
Buitenshuis stallen is ook wel een dingetje. Fietsenstallingen zijn vaak niet gemaakt voor bredere fietsen. Die van mij neemt zo’n 2 a 3 plekken in en ik heb extra ruimte om mijn fiets heen nodig vanwege het op en afstappen. Ik stap op mijn driewielfiets zoals je in een auto stapt. Ik kan mijn fiets niet eerst uit de stalling halen en dan opstappen. Ook kan ik hem niet aan de hand meenemen. En als de fietsenstalling vol staat met andere fietsen, dan moet ik het verste lopen of staat die van mij in de regen. Voor auto’s heb je gehandicaptenparkeerplaatsen, voor driewielfietsen en scootmobielen heb je die niet, de enige plek die ik ken is Plein Vijf in Brummen. Vaak zet ik mijn fiets maar gewoon ergens neer, in de hoop dat ie niet in de weg staat. Ja, ook waar bordjes staan, met “hier geen fietsen plaatsen”, vaak zegt niemand er wat van, maar je weet het maar nooit. Misschien maakt men een uitzondering, maar ik wil geen uitzondering zijn, zoals zo vaak gebeurt, ik wil erbij horen, net als ieder ander.
Dan heb je nog de (bewaakte) fietsenstallingen bij bijvoorbeeld grote stations, daar kom ik ook niet altijd in met mijn driewiel fiets. Zo kan ik op station Apeldoorn in de bewaakte fietsenstalling in komen, maar in Zutphen bijvoorbeeld niet. want er is daar geen lift of helling baan naar de fietsenstalling. Op station Brummen vind ik de onbewaakte fietsenstalling niet veilig om mijn driewielfiets de hele dag te stallen.
Wat ik overigens wel heel fijn vind aan deze fiets is dat hij een insteekslot heeft voor een insteek kettingslot, daardoor kun je hem makkelijk ergens aan vastmaken, mijn vorige had dat niet.
5. Fietspaden die te smal zijn
Gelukkig heb ik het in de Gemeente Brummen en hier in de omgeving nog niet gezien en in deze omgeving ook nog niet, maar wel op andere plekken: Smalle fietspaden. Opzich hoeft het niet altijd een probleem te zijn, dat ligt aan de breedte van het fietspad, maar met tegenliggers is het niet handig, want je kunt maar moeilijk langs elkaar heen, helemaal als de tegenligger ook gebruik maakt van een driewielfiets of handbike etc. Hetzelfde geldt overigens voor smalle stoepen.
Over de stoep gesproken, daar mag ik gewoon fietsen. Men zet bij verlaagde stoepranden, waar ik met mijn driewielfiets, maar ook rolstoelgebruikers, mensen met een rollator of kinderwagen gebruik van maken, vaak de kliko aan de weg. Lastig want zo kan ik (en anderen) er geen gebruik van maken.
6. Opmerkingen van anderen
Meestal krijg ik leuke reacties op mijn driewielfiets. “Coole fiets!”, “Wat een mooie!”. Maar ook krijg ik met enige regelmaat reacties die niet zo leuk zijn. Dat mijn fiets in de weg staat op de stoep, of laatst riep iemand dat ik maar op een gewone fiets moest fietsen, geen idee waarom, misschien omdat ik nog vrij jong ben en mijn CP niet altijd op valt. Of dat mijn fiets te breed is voor het fietspad of men er niet langs kan met hun vouwfiets of koffer in de trein (Ik vind het dus heel fijn dat ik op die momenten steun heb van reisassistentie), men wil dan niet wachten of een andere deur nemen. En laten we het (uitgebreid) staren naar mij op mijn fiets niet vergeten. Vaak doe ik maar of ik het niet zie.
Het valt me op dat jonge mensen over het algemeen juist leuk reageren en ouderen vaak negatiever. Dan denk ik maar: “Ok Boomer!”.
Tot slot
Dit zijn dus de minder leuke dingen aan mijn driewielfiets. Sommige dingen hebben te maken met de fiets zelf, maar de meeste dingen hebben er toch mee te maken met hoe ontoegankelijk de samenleving is ingericht voor mensen met een beperking en de hulpmiddelen die wij gebruiken om ons te verplaatsen.
Ondanks deze minpunten, vind ik mijn driewielfiets nog steeds heel fijn. De minpunten wegen dan ook niet op tegen alle pluspunten en de fijne dingen aan het fietsen en de fiets zelf. Toch hoop ik dat de maatschappij voor mij en alle andere mensen met een beperking en iedereen eigenlijk veel meer toegankelijk wordt, want een toegankelijke maatschappij is voor iedereen prettig.
Heel herkenbaar allemaal. Ik heb zelf een driewielligfiets en die kan alleen binnengezet worden door de accu eraf te halen, de stoel in te klappen en ‘m zijwaarts de berging in te tillen. Niet te doen voor mij. Nu gaan we hopelijk eind dit jaar verhuizen naar een huis met tuin en achterom waarbij de doorgang breed genoeg is om met mijn driewielligfiets door te kunnen. Maar dan kom je weer drie deuren tegen voordat de fiets in de schuur staat, ook niet gemakkelijk om die deuren vanaf je fiets te openen.
En de opmerkingen van jongeren versus ouderen ook heel herkenbaar. Kinderen noemen mijn fiets weleens een skelter en dat is gewoon ook tof om te hebben. 😉
Ja precies. Als je gebruik maakt van zo’n fiets, zodat je jezelf makkelijk zelfstandig kunt verplaatsen buitenshuis, dan wil je ‘m ook zelfstandig kunnen wegzetten op een plek waar het veilig staat.
Wat fijn dat jullie kunnen verhuizen naar een huis met een tuin. 🙂